Brimstone: akelig precies gemaakt (Martin Koolhoven, 2016)

Gerwin van der Pol

2017-10. Brimstone is een western. Dat maakt eigenlijk weinig duidelijk, ‘western’ is een vaag begrip. Er zijn heel veel verschillende soorten westerns, afhankelijk van de periode in Amerika waarin ze zich afspelen; zo kan het variëren van de fase van de avonturiers die vooruit trokken, tot de fase dat de boeren zich vestigden in het overwonnen gebied, tot de fase waarin in stadjes een samenleving gecreëerd werd. Het maakt ook uit in welke landschappen ze zich afspelen. De western werd oorspronkelijk altijd gesitueerd in bossen en heuvels – de oostkust van Amerika – en pas nadat Hollywood naar Los Angeles trok en daar westerns ging maken kregen westerns de visuals van snoeihete woestijn. Verder variëren westerns in de aard van de oorspronkelijke bewoners; in elke streek in Amerika leefde een andere Indianenstam. Slechts enkele daarvan bestonden uit vechters te paard. De meeste stammen bestonden uit boeren. Dus met de keuze voor het gebied en de periode verandert ook het onderwerp en conflict van een western.

Alsof dat al niet genoeg variatie geeft: de western heeft ook nog een vorm uit een ander genre nodig: documentaire, horror, oorlogsfilm, avonturenfilm, detective, en/of melodrama.

In de meest abstracte definitie zou je kunnen zeggen dat de western gaat over de periode van de Frontier, de periode waarin Amerika van oost naar west werd veroverd, en het bouwen van een natiestaat, het creëren van een Amerikaanse samenleving uit voornamelijk immigranten, en het invoeren/herstellen van een rechtssysteem; vandaar de nadruk op het personage van de sheriff.

Een western is Amerika?

Een western is dus een Amerikaans genre over Amerika, en daarmee is er weinig reden om in andere landen een western te gaan maken. Toch gebeurde het, omdat de western ook in niet-Amerikaanse landen veel fascinatie opriep (populair gemaakt door het wereldwijd rondreizende Buffalo Bill’s circus met indianen en cowboys) en omdat er geld mee te verdienen was: de Duitse Winnetou verfilmingen en daarna de spaghetti-westerns, zoals Django en de films van Sergio Leone. Sindsdien wordt de vraag niet meer gesteld óf Europa westerns mag maken, wel dient de vraag gesteld: waarom? Gaat het om Amerika zo goed mogelijk te evenaren of verslaan op hun eigen terrein. Once upon a time in the west is niet alleen een heel goede film, het is tot op heden de meest historisch accurate film over Amerika. Of dient de verfilming van Amerika als allegorie voor het eigen land van productie?

De gemaakte keuzes in Brimstone

Gezien het bovenstaande wordt duidelijk welke keuzes voor Brimstone zijn gemaakt. De film concentreert zich op een Nederlandse gemeenschap, enigszins gesettled, in het proces van veramerikanisering. Zo wordt de burgers aangeraden geen Nederlands meer te spreken. Dat is zowel een elegante oplossing voor de mogelijke kritiek dat de film te veel een Nederlandse versie van een western zou zijn, als een goede rechtvaardiging voor het feit dat de film iets toevoegt aan het genre: de afkomst van de immigranten. Immers, in de Amerikaanse western wordt de Europese afkomst van Amerikanen zoveel mogelijk verzwegen. En als die afkomst wel wordt benadrukt, dan is het met negatieve connotaties: de corrupte bankier is altijd nadrukkelijk een Europeaan.

Het onderwerp is de radicalisering van het protestante geloof, dat de immigranten als houvast hebben. De benepenheid van dit geloof, en de kritiek daarop, heeft tientallen jaren de Nederlandse film en literatuur gedomineerd, tot vervelens toe. Met Brimstone vallen we weer terug in die traditie, maar op een frisse manier: inderdaad zijn Nederlandse immigranten veel religieuzer dan Nederlanders. Daarbij trekt het, als allegorie op de hedendaagse samenleving, interessante parallellen met de rol van religie in immigrant-gemeenschappen.

De keuze voor het landschap zijn de bossen, dat is historisch accuraat. In dat gebied ontbraken Indianen, zodat het logisch is dat ze niet voorkomen in de film.

Horror

Het genre dat als middel dient om Brimstone vorm te geven is die van horror. Waarom is deze film zo huiveringwekkend eng? Je voelt, door genre conventies van horror, dat er iets vreselijks zal gebeuren, en door diezelfde genreconventies weet je ook dat die onvermijdelijk zijn, ondanks alle pogingen van de hoofdpersonages te ontsnappen.

In Brimstone wordt de spanning opgebouwd doordat er kennisachterstand is tussen de personages en, niet onbelangrijk, tussen de toeschouwer en de personages.

De film wordt in hoofdstukken verteld, maar niet chronologisch. De film is ongemeen spannend, hoewel alles vaststaat. De hoofdstukken worden ook als hoofdstukken aangekondigd, zoals in Dogville; de film heeft meer overeenkomsten met Lars von Triers werk. Per hoofdstuk is alles wel overzichtelijk. Afgezien van de spanning van uitgestelde gebeurtenissen, ontstaat de meeste spanning doordat de toeschouwer voortdurend puzzelt hoe de verschillende hoofdstukken met elkaar verbonden zijn, als om daaruit te kunnen begrijpen wat er gebeuren zal of al gebeurd is. Er zijn een beperkt aantal aanknopingspunten, die heel zorgvuldig over de film verspreid zijn, met optimaal effect.

Alles voorbestemd

Voornaamste thema is of de protestante God alles zo geregeld heeft, of dat alles zo moet zijn als het moet zijn. En hoe de personages met dat wereldbeeld omgaan. Het is ronduit prachtig hoe de film die immers ook al is vastgelegd, en ook nadrukkelijk spreekt vanuit een tijd ‘naderhand’ de toeschouwer daarmee in dezelfde akelige positie brengt als de personages. Je wilt ontsnappen, en je wilt een aantal bevrijdende gedachten en opties hebben, maar je begrijpt dat de gebeurtenissen steeds de meest onwelkome uitkomst zullen hebben.

Het is niet alleen door dit soort grote principes en keuzes dat de film een geweldige film is. Het is evengoed indrukwekkend doordat de film tot in de kleinste details, in verhaal, verfilming, acteren en muziek heel perfect is uitgewerkt en een rijk universum creëert dat de moeite van het uitpluizen waard is. Door de lengte van de scènes en de subtiele verwijzingen daarin, heeft de toeschouwer voortdurend tijd om het verhaal te construeren en in te vullen. En hoe verder de film vordert, hoe gelaagder het wordt. Dat is anders dan bij de meeste films, die tot het eind alleen nog maar een invuloefening zijn.