Gerwin van der Pol
2017-24. Er is heel veel gedenkwaardigs aan Citizen Kane, lange tijd topfavoriet bij filmkenners. Het fictieve verhaal van Amerikaans krantenmagnaat Kane (Orson Welles), megalomaan en puissant rijk, verteld vanaf het moment van zijn dood. Een journalist bezoekt alle mensen die hem gekend hebben, en via hun verhalen en flashbacks, en fictieve documentaire beelden van zijn leven, proberen we te achterhalen wie toch die burger Kane was, zonder daar eigenlijk een bevredigend antwoord op te krijgen. Al ontdekt de toeschouwer wel de diepere betekenis van het mysterieuze Rosebud, zijn laatste woord, en de journalist niet.
Bijzonder zijn alle, in 1941, tamelijk nieuwe manieren van camerawerk, montage, een eigenzinnig mengsel van alle mogelijke filmgenres, en de overweldigende bombarie van het verhaal. Meest fascinerend is de manier waarop elk shot als schilderij is opgebouwd. Normaal ontstaat betekenis door groot/klein verhoudingen, links/rechts, licht/donker. Maar in Citizen Kane is alles in drie dimensies opgedeeld, de voorgrond, een paar meter daarachter, en de achtergrond. Personages en handelingen verschuiven in de scène van positie, afhankelijk van wat belangrijk is, of de camera stelt eerst scherp op de ene beeldlaag, en dan weer op een andere. In hedendaagse ogen duurt elk shot wat lang, maar dat geeft de toeschouwer juist de tijd om die beweging in de ruimte waar te nemen. De film wordt zo geroemd vanwege de vernieuwing die het in het filmmaken betekende, maar het is jammer dat de vernieuwing qua beeldopbouw geen navolging heeft gekregen.
Mythevorming
Natuurlijk speelt in de mythevorming van de film ook mee dat de film een tamelijk doorzichtige verbeelding was van het leven van krantenmagnaat Hearst, die niet van de vergelijking was gecharmeerd en via zijn kranten en door rechtszaken ervoor zorgde dat de film in 1941 door bijzonder weinig mensen werd gezien.
Om het nog complexer te maken: de film was het overdonderende debuut van enfant terrible Orson Welles, die op zijn twintigste al een eigen theatergezelschap had en voor deze film – terwijl hij nog nooit een film had gemaakt – carte blanche kreeg van Hollywood. Hij vervult de hoofdrol, en maakte zichzelf en de wereld wijs dat hij eigenhandig de regie had gedaan (wat waar was), het scenario had geschreven (wat niet waar was) en verantwoordelijk was voor alles wat goed aan de film was (wat niet waar was: camerawerk van Gregg Toland, die het kunstje al in een andere film had uitgeprobeerd). Overtuigend is het wel en de rol die hij neerzet is prachtig, eigenzinnig, groots, sympathiek en tegelijkertijd onuitstaanbaar.
Kane is …?
De verdubbeling die plaats vindt, ook tijdens het kijken, is dat het een film over Kane is die eigenlijk Hearst is, die net zo goed Orson Welles zelf is (buiten de film om). Pas echt raar wordt het om de film anno nu te zien. Geen Kane, geen Hearst, geen Welles: de film is een perfecte biopic van Trump. Het enige verschil is dat Kane in de film geen president wordt, en dat hij groot is geworden als krantenmagnaat die fake nieuws verkoopt, of nieuws creëert waar het niet is. Het raadsel dat de film oproept is niet langer: wat betekent Rosebud, het raadsel is, hoe helpt de film verklaren wie Trump is?
Omgekeerd verklaart Trump ook Kane. Zijn karakter was altijd mysterieus en complex, complex genoeg om de film tot het eind toe geboeid te bekijken. Maar nu is het in één keer duidelijk, Kane is een narcist. Veel dialogen en beschrijvingen van alle personages die met Kane te maken hebben zijn opeens kraakhelder, ze beschrijven hem, zonder het woord te gebruiken, als narcist. En zo is fictie, fake bij uitstek, toch maar mooi de brenger van de waarheid.