Columbus: problematische relatie personages en architectuur (Kogonada, 2017)

Gerwin van der Pol

2017-20. Dit screenshot vat de film goed samen.

Tegen de achtergrond van de strakke architectuur van het plaatsje Columbus (Indiana, USA) valt een oude man, beroemd architect, onwel ter aarde, en blijft in coma. Zijn Koreaanse zoon Jin (John Cho) komt uit Korea om hem in het ziekenhuis op te zoeken. In de dagen die hij wachtend doorbrengt, ontmoet hij een jonge vrouw/meisje Casey (Haley Lu Richardson). Ze trekken veel met elkaar op en spreken over hun levens. Hij lijdt vooral onder het vooruitzicht dat de Koreaanse traditie van hem zal eisen dat hij lang treurt wanneer zijn beroemde vader, die hem nooit aandacht heeft geschonken, sterft. Casey is een briljant meisje dat genoegen neemt met een saaie baan als secretaresse in een suf stadje, in plaats van te kiezen voor een studie aan een grote universiteit. Ze doet dat omdat ze haar hele leven heeft moeten zorgen voor haar moeder, drugsverslaafde, die nu aan de beterende hand is maar die ze niet alleen durft te laten.

Afgezien van de problematische relatie met hun ouders, delen ze ook de belangstelling voor architectuur. Casey is rondleidster, en bewonderaarster van Jins vader. Jin probeert zijn vader, nu hij toch in Columbus is, via diens werk beter te begrijpen en laat zich graag rondleiden door Casey; vooral gefascineerd door haar passie.

Waarom werkt dit niet?

Zoals de titel al aangeeft is het plaatsje Columbus het middelpunt van de film. Casey als rondleidster van Jin stort haar wikipedia-kennis van de gebouwen ook over de toeschouwer uit, terwijl zij, en wij ernaar kijken. De modernistische gebouwen zijn zeker de moeite waard, en zoveel films zijn er niet die architectuur boven personages stellen. Maar de film twijfelt: misschien zijn die personages toch interessant? Er lijkt iets van een liefdesrelatie op te bloeien tussen Casey en Jin, maar dat zou in Amerikaanse ogen – vanwege de mogelijkheid dat Casey net geen achttien zou zijn – teveel op ontucht met een minderjarige lijken. Dus blijft de film zo ver mogelijk van die suggestie vandaan, door geen genegenheid tussen beide personages te tonen. Terwijl de film juist gaat over de zogenaamd bijzondere relatie tussen de twee.

Ook lastig is dat Casey opeens een echt personage bliljkt, omdat ze op het eind een innerlijke ontwikkeling blijkt te hebben doorgemaakt. Ze gaat studeren en kiest voor haar eigen toekomst, en laat haar moeder achter. Volgens de verhaallogica is die keuze onvermijdelijk, maar binnen deze film is het een anomalie. De personages zitten maar, staan maar, kletsen maar voor zich uit, en zijn net zo onbeweeglijk als de bewonderde gebouwen.

Ijzeren wetten.

In de toneelwereld is een ijzeren wet: zet nooit kinderen of dieren op het toneel want die trekken alle aandacht, daar valt door de acteurs niet tegen op te acteren. In de filmwereld zal zo’n wet zijn: maak de architectuur niet te dominant, want het verkleint de kansen van de acteurs. Het heeft vermoedelijk te maken met de onbeweeglijkheid van gebouwen, de grootte die de mensen reduceert tot details, en hun ouderdom die het wint van die van de mens.

Architectuur en personages zijn dus geen natuurlijke bondgenoten in film. Er zijn verschillende manieren om het probleem te bedwingen. Zo laat Gattaca (Andrew Niccol, 1997) zowel het wereldbeeld, de personages, de architectuur als de thematiek van de film met elkaar samenvallen, zodat een prachtig natuurlijk geheel ontstaat.

Of je overtreedt, zoals Peter Greenaway in The Belly of an Architect (1987), zoveel filmconventies dat het probleem ‘architectuur en personages’ zich nauwelijks voordoet. Wel is interessant dat Greenaway er blijkbaar toch een beetje op bedacht was, en een acteur (Brian Dennehy) koos met een krachtige sterstatus, die van nature een tegenwicht biedt tegen de overdaad aan architectuur.

John Cho en Haley Lu Richardson ontberen, ondanks de sympathieke rollen die ze spelen, screenpresence. Dan wint de architectuur het ruimschoots van de mens.