Gerwin van der Pol
2017-5. Als de film een Gouden Palm in Cannes wint, de hemel in geprezen wordt door publiek en critici om de emotionele impact, dan wordt het tijd om te vragen wat die emotionele impact tot stand brengt.
Is het omdat een welwillende, intelligente en eerlijke weduwnaar die net een hartaanval heeft gehad geen uitkering krijgt omdat hij nog kan lopen, en zo onder de armoedegrens terecht komt? Of omdat hij niet de enige is – hij ontmoet en steunt de alleenstaande Katie met twee kinderen – die zo wreed door de starre regels van de sociale dienst gemangeld wordt? De film toont een tamelijk meedogenloos beeld van een overgereguleerde verzorgingsstaat waarin de gewone burger niet verzorgd, maar geslachtofferd wordt. Deze film past naadloos in de retoriek van het hedendaagse rechts populisme. Maar als de film alleen dat was, was het een slechte propagandafilm geweest. En dat is het niet. Want hoe eendimensionaal de film ook stelling neemt tegen de instituties, en opkomt voor de gewone burger, toch voelt de film verrassend genuanceerd aan.
Trots
Dat is omdat de personages van vlees en bloed zijn. Daniel Blake (Dave Johns) en Katie (Hayley Squires) zijn krachtige, eigenzinnige en bevlogen mensen die teleurstelling op teleurstelling te verduren krijgen, maar die een manier hebben gevonden om toch door te gaan, elkaar te waarderen als mens, barmhartig te zijn. Ze bevechten – niet erg succesvol – onrecht met eerlijkheid, en vernedering met trots. Hoewel de instituties met hun catch-22regels voortdurend verrassen in onrechtvaardigheid, zijn Daniel en Katie al snel voorspelbaar, vertrouwd en geliefd. Je weet hoe ze verbaal van zich af bijten, tot op het laatst overal de humor van in blijven zien, elkaar zullen steunen, maar wel op een te bescheiden manier. Ze zijn te trots om toe te geven dat ze barmhartig zijn, en te trots om zich door het systeem te verpletteren. Die trots, die hen tot bewonderenswaardige, en gedenkwaardige personen maakt, is tevens hun zwakte. Ze kunnen wel geven, maar ze zijn niet zo goed in ontvangen.
Daarmee is de film geen rechts populisme, maar sociaal-realisme.
Op die manier wordt een belangrijk thema van de film duidelijk, dat te snel over het hoofd wordt gezien. Het trieste nieuws is niet dat instituties burgers hun menselijkheid afpakt, maar dat alle burgers onderling solidair zijn, en elkaar in alles steunen en helpen, maar dat dat uiteindelijk niet genoeg is. Maar wel hartverwarmend.
Daarmee is de film geen rechts populisme, maar sociaal-realisme. Om dat te benadrukken staat hierboven de poster afgebeeld die direct verwijst naar het sociaal-realisme.
Hieronder de andere twee posters die in omloop zijn, en een ander accent leggen: die van het felle protest, en die van de verbroedering van lotgenoten tot een soort van gezin, als tegenkracht tegen de maatschappij.