Gerwin van der Pol
2017-34. Vijfjarige Saroo (Sunny Pawar/ Dev Patel) leeft met zijn broer Guddu (Abhishek Bharate), zijn zus Shekila(Khushi Solanki) en zijn moeder in armoede in India. Samen met Guddu doet hij allerlei zwaar werk om het gezin van eten te voorzien. Op een avond neemt Guddu hem mee naar het station, om een klus te zoeken. Saroo valt in slaap, en bij wakker worden is Guddu er niet. Hij zoekt, en stapt in een lege trein. Die rijdt weg en brengt hem ver weg naar een ander deel van India waar hij de taal niet spreekt. Na wat omzwervingen belandt hij in een tehuis voor weeskinderen, en van daar wordt hij door Australiërs geadopteerd. Eenmaal volwassen begint zijn zoektocht naar zijn jeugd en zijn moeder.
De film is veelgeprezen, en het verhaal laat niemand onberoerd. Het jongetje is onwaarschijnlijk volwassen en tegelijk kinderlijk aandoenlijk. Het landschap van India is schitterend, de armoede bitter, het lot van de weeskinderen vreselijk, de scheiding tussen Saroo, zijn broer en zijn moeder hartverscheurend. Net zoals het gescheiden zijn van Saroo en zijn moeder, en het wederzijds onwetend zijn. Nog indrukwekkender wordt het met de documentaire beelden op het eind, waarin we de echte mensen zien in plaats van de personages, in de werkelijkheid.
De oprechte emoties zijn iedereen van harte gegund
De oprechte emoties zijn iedereen van harte gegund. Maar met film heeft het weinig te maken. Iedereen die de film navertelt zal dat ook opmerken, met het navertellen bereik je dezelfde emoties bij de luisteraar, of met alleen de documentaire beelden en de slottekst in beeld.
Wat is de bijdrage van de film als film? Het belangrijkste is dat de film een Hollywood productie is, met een enorm bereik. Zonder Hollywood was het onderwerp ‘weeskinderen in India’ nooit door zoveel mensen bekeken, dus het maatschappelijk nut staat buiten kijf. Is dat wel zo? De film toont bittere armoede in de prachtigste kleurstellingen, met elk beeld precies gekadreerd en de hoofdpersonen precies in het midden. Iedereen draagt mooie kleren, heeft prachtige gezichten en gedraagt zich voorbeeldig. En elke keer als er een rampspoed dreigt kijkt de camera de andere kant op en laat het verhaal het niet gebeuren. Er is de hele tijd de veilige zekerheid dat er niets ergs zal gebeuren. Drie dagen op de vlucht zonder eten of drinken? Een vriendelijk aangeboden maaltijd wordt met smaak opgegeten en alle zorgen zijn voorbij. Een erbarmelijk weeshuis waar de meest vreselijke dingen gebeuren, we zien het niet, we horen het een van de andere weeskinderen tegen Saroo zeggen: het is hier verschrikkelijk. Maar wij en Saroo merken er niks van, op wat akelig gekerm buiten beeld. En zijn adoptiemoeder (Nicole Kidman) lijdt enorm onder het lijden van zijn broer, maar ook dat gebeurt allemaal buiten beeld. In plaats daarvan krijgen we, in het tweede gedeelte van de film vooral te zien hoe Saroo naar plattegronden van India staart, plattegronden, flashbacks van zijn jeugd, zwijgen tegenover vrienden en familie, en dat in een eindeloze loop. Het moet duidelijk zijn: hij denkt aan India en hij kan niet verder met het heden in Australië. Dat is het grote nadeel van Hollywood film, ook als we het al driedubbel begrepen hebben, blijft de film dezelfde boodschap eindeloos herhalen.
De officiële boodschap van de film is dat we ons het lot van weeskinderen in India moeten aantrekken. En dat wie maar hard genoeg probeert uiteindelijk zal slagen, en applaus in ontvangst zal nemen (zie de opmerking hierover in Still Alice).
Maar wat werkelijk bijblijft is dat stenen sjouwen een plezierige bezigheid is, dat armoede idyllisch is, en vooral dat India een prachtig vakantieland is. Boeken maar!