Gerwin van der Pol
2017-11. Jack (Jacob Tremblay), een jongetje van vijf, zit samen met zijn moeder Joy (Brie Larson) opgesloten in een schuur. Hij heeft in zijn hele leven nog niets van de buitenwereld gezien, behalve dan via de televisie. En af en toe komt Old Nick (Sean Bridgers), de gijzelnemer, langs.
Precies halverwege de film ontsnappen ze, waarna ze heel langzaam proberen een normaal leven te leiden bij de moeder van Joy en haar nieuwe partner. Natuurlijk heeft de situatie onmiddellijk de sympathie van de kijker, het leed van Joy en haar zoon is nauwelijks te bevatten. En precies daar slaat de film toe: het maakt het onbevattelijk begrijpelijk en meevoelbaar.
Joy heeft een wereldbeeld geschapen waarin het leven goed is
Dat was vooraf niet vanzelfsprekend, de film had kunnen leiden tot het uitbuiten van de situatie: ofwel door het tot horror maken (effectbejag op angst), ofwel tot tranentrekker (effectbejag op verdriet). Maar zo makkelijk maakt de film het zichzelf niet.
Vertelperspectief
De film beperkt zich in het eerste deel tot de Kamer, er is geen kennis van wat daarbuiten gebeurt. Daarbinnen wordt het verhaal afwisselend verteld vanuit twee perspectieven, zowel vanuit Jack als vanuit Joy. Er zijn enkele momenten dat de toeschouwer wat informatie heeft die geen van beiden hebben, alsof de Kamer zelf ook een perspectief en karakter heeft. Dat is ook zo in de beleving van Joy en Jack, ze spreken de Kamer en de objecten als levende wezens aan.
Zo erg, niet.
Een ander sterk punt is dat het leven in Kamer vooral blijmoedig wordt verteld: Joy heeft een wereldbeeld geschapen dat volledig alle feiten die Jack ervaart verklaren, en waarin het leven goed is. Hoewel de toeschouwer niet anders weet dan dat er niets akeligers en onmenselijkers is dan in die Kamer te moeten blijven, worden we meegezogen in het idee dat deze levenswijze een geweldige overlevingsstrategie is zolang je er niet uit kunt. De poëtische manier waarop Jack de Kamer introduceert is in dat opzicht gedenkwaardig.
Pas als Old Nick voor de eerste keer contact maakt met Jack, wat Joy niet wil, besluit Joy te ontsnappen. En daar gebeurt iets waar de film uitblinkt. Joy moet Jack de waarheid te vertellen én de wereld buiten Kamer aanlokkelijk te maken, en tegelijkertijd aannemelijk maken dat Jack juist met alle geweld in de Kamer, in de waan van het geruststellende wereldbeeld van Joy, wil blijven.
Twee delen
Door de ontsnapping in het midden van de film te laten plaatsvinden, besteedt de film evenveel tijd en aandacht aan het leven ervoor en erna, en is het mogelijk parallellen te trekken tussen beide werelden. Dit wordt versterkt doordat beide delen hetzelfde vertelpatroon hebben: Jack die zijn wereld beschrijft in zijn eigen termen en woorden, het moment waarop er een crisissituatie is, het feit dat dat Jacks aanwezigheid daarbij een cruciale rol speelt, en de moeite die Joy heeft om in een opgesloten situatie een ongelooflijk sterke vrouw te zijn.
Uit de vergelijking wordt ook duidelijk wat de beste overlevingsstrategie is, niet een rotsvast geloof in eigen waarheden en overtuigingen, maar wel een scherp observatievermogen en het vermogen je wereldbeeld aan te passen aan de omstandigheden.