Séraphine: Yolande Moreau (Martin Provost, 2008)

Gerwin van der Pol

2017-32. Wilhelm Uhde (Ulrich Tukur), Duits kunsthandelaar, huurt in 1914 een appartement in Senlis. Hij neemt Séraphine (Yolande Moreau), een ex-non, als huishoudster in dienst. Ze heeft zo haar eigen manieren van doen, die niet altijd stroken met de strakke etiquette en de verwachtte onderdanigheid van haar. Ze blijkt in haar vrije tijd bezeten te schilderen, en uiteindelijk ontdekt Uhde dat ook, en is enthousiast over haar.

De kunstenaarsfilm is een klein subgenre van de biopic (biografie picture), met een aantal vaste elementen als: bittere armoede, fanatiek/bezeten kunst maken, moeilijk geaccepteerd worden door het establishment, gekte, roem in de laatste fase van de film, aan het einde van de film nog een bewijs van de roem van de kunst in de alledaagse werkelijkheid.

Hoewel niet alle kunstenaars een leven als Van Gogh leiden, lijkt het in filmland zo ongeveer het enige soort kunstenaar. En dus is er een film over Séraphine, die als moderne primitieve pas na haar dood beroemd werd, nadat ze het laatste deel van haar leven in een inrichting sleet.

Zelden zo’n onopvallende Eerste Wereldoorlog gezien.

De film vertelt nogal braaf over een tragisch leven van een ongewone vrouw in een erg tuttige maatschappij. De film is vooral een kostuumdrama, met de mogelijkheid het gegoede Frankrijk van 1914 tot 1940 in beeld te brengen. Dramatisch legt de film de nadruk op het samenkomen en verwijderen tussen Uhde en Séraphine. Ze zijn aan elkaar gewaagd, hij draagt het geheim met zich mee dat hij homoseksueel is, zij dat zij een opdracht van Maria heeft. Ze spreken niet over hun geheimen, maar wel hebben ze sympathie voor elkaar, ondanks het klasse verschil. Ondanks Uhde’s goede wil om Séraphine beroemd te maken en uit de armoede te verlossen, werken de gebeurtenissen in de wereld tegen, zoals het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Alles wat de film wil benadrukken komt aan de orde, maar als geheel voldoet het nauwelijks, omdat alle personages hun gang gaan en langs elkaar heen leven. En alle grote problemen zijn blijkbaar niet zo erg, want men gaat gewoon door. Om maar een idee te geven: zelden zo’n onopvallende Eerste Wereldoorlog gezien.

Toch is de film de moeite waard, eenvoudigweg omdat Yolande Moreau de hoofdrol vertolkt. Ze is altijd gewoon Yolande Moreau, met een eigenaardige manier van lopen, een vreemde motoriek, en een treurige/ ironische/ vriendelijke/ naïeve/ afwezige en zelfstandige blik. Ze lijkt nooit helemaal aanwezig, maar er is tegelijkertijd een vermoeden dat ze uiteindelijk sterk voor de dag zal komen. Dus een Séraphine past haar geweldig.