Michael Haneke: de Westerse wereld is schuldig aan zichzelf.
De meest recente film van Michael Haneke Caché (2005) heeft de Europese filmprijs gewonnen in de categorieën Beste film, Beste regisseur, Beste acteur (Daniel Auteuil) en Beste montage (Michael Hudecek en Nadine Muse). Dat is volledig terecht: de film laat een onuitwisbare indruk bij de toeschouwer achter. Een oeuvreprijs voor Michael Haneke was echter beter op z’n plaats geweest, omdat Caché niet anders is dan de overige films in zijn oeuvre.
Caché (Verborgen)
In Caché ontvangen Anne (Juliette Binoche) en haar man Georges (Daniel Auteuil) een videoband waarop hun eigen huis zichtbaar is, waar mensen naar binnen en buiten gaan. Anne en Georges drukken zelf soms op de pauze knop, of spoelen de band terug om een stuk opnieuw te bekijken. Ze vragen zich af wie de band gemaakt heeft, en waarom zij de band anoniem gekregen hebben. Georges en Anne ontvangen daarna vaker zulke anonieme post, en de dreiging die daar vanuit gaat ondermijnt hun huwelijk en leven. Georges begint een vermoeden te krijgen wie de maker van de films is, en benadert de vermeende stalker, Wahid (Maurice Bénichou) erg agressief. Waar de toeschouwer tot daar kon meevoelen met het westerse leven en de angst van Georges en Anne, begint bij de toeschouwer het besef te ontstaan dat Georges misschien onredelijk is, en dat Wahid (Maurice Bénichou) wellicht onschuldig is. Zodra we via de ogen van Wahid naar Georges kijken ontstaat er een nieuwe vraag: “welk recht hebben Georges en Anne om een westers leven te leiden en buitenstaanders ter verantwoording te roepen?”
Daar keert de agressie als een boemerang terug op de westerse burger en wordt duidelijk dat men geen slachtoffer is van geweld, maar dat men het verdiende loon krijgt voor het eigen geweld.
Het is deze thematiek die Haneke deelt met die andere Oostenrijkse cultuurpessimisten als Thomas Bernhard en Elfriede Jellinek. Dat maakte in 2001 Haneke ook de aangewezen persoon om Jellineks roman De Pianiste te verfilmen.
Geweld
Bij Haneke worden verschillende vormen van geweld gedefinieerd. Er is in de westerse wereld weliswaar een luxe buitenkant, er is democratie, rijkdom en fatsoenlijk gedrag, maar daarachter gaat een gruwelijke gevoelsarmoede schuil, een onvermogen om mens te zijn. De westerse mens is gewelddadig door andere mensen als objecten tegemoet te treden, zonder werkelijke betrokkenheid. Het geweld dat ze retour krijgen is veel lichamelijker, grof gewelddadig (moord en doodslag). Het zijn in het oeuvre van Haneke altijd de moordscènes die het publiek doen afgrijzen, maar werkelijk beangstigend zijn de scènes van alledag, waar mensen worden gevolgd terwijl ze in huis zijn, op hun werk, op school. Het gruwelijke is de leegte en wanhoop die daarachter verscholen ligt. Dat was al onderwerp van zijn debuutfilm Der Siebente Kontinent (1989) waarin een gezin gevolgd wordt thuis, op het werk, op school, zonder dat er ergens ook maar iets gebeurt dat niet normaal is, maar wat dan eindigt in een gezamenlijke zelfmoord. Het verontrustende is dat hoe goed we ook kijken naar het gewone leven, niet zichtbaar wordt welke gruwelijkheden daar achter verborgen is?
In Caché denkt Georges eerlijk te zijn tegen Anne door de akelige momenten uit zijn leven weg te laten. Terwijl zij terecht stelt dat vertrouwen juist betekent ook die akelige momenten met elkaar te delen.
Van belang is ook dat hij op televisie een praatshow leidt waar over literatuur gesproken wordt, en dat die setting een huiskamer moet voorstellen. Ook daar is het verschil tussen werkelijkheid en film hij kan alleen maar in een huiskamer zitten via de televisie, waar hij controle heeft over het beeld, dat hij kan stil zetten, en manipuleren. Doordat zijn reputatie in het geding is, dreigt hij zijn show te verliezen. En daarmee ook zijn mogelijkheden om het ‘beeld’ dat van hem bestaat te manipuleren. Vanaf dat moment durft hij zijn vrienden in zijn eigen huiskamer niet meer te zien. Niet alleen zijn de vrienden vreemden geworden, maar ook zijn eigen huis is onveilig geworden. En niet door dat hij door de camera gesurveilleerd wordt, maar omdat hij er zelf in aanwezig is. Hij trekt zich terug in de slaapkamer, waar hij alleen maar kan dromen. Maar in zijn dromen is hij niet veilig, daar ziet hij alles dat hij uit zijn werkelijkheid probeert te bannen.
Kijkstrategieën
In al zijn films leert Haneke toeschouwer te kijken. Ten eerste dwingt hij de kijker het geweld te zien, en te erkennen dat het bestaat. Verder deelt hij de werkelijkheid op in puzzelstukjes die hij op een eigen manier ordent, waardoor de toeschouwer nieuwe verbanden kan leggen. Dat gebeurt letterlijk in 71 Fragmente einer Chronologie des Zufalls (1994). Of hij legt de nadruk op de objecten waar de personages mee omgaan, in Der Siebente Kontinent worden de personages in de eerste tien minuten van de film uitsluitend getoond via close-ups van handen en voeten tijdens alledaagse handelingen (opstaan, aankleden, ontbijten). In die weergave lijken de objecten minder kil dan de mensen die ze vasthouden.
Ook maakt in al zijn films de televisie een belangrijk deel uit van het leven van de personages. Voortdurend toont die televisie het geweld van oorlogen elders in de wereld. Daarmee wordt geweld onmerkbaar deel van hun leven, en sluipt het in hun eigen gedrag. Ook vervaagt het onderscheid tussen werkelijkheid en de televisie, zoals in de film Benny’s video (1992), waar Benny een meisje voor de videocamera doodt, maar weigert te begrijpen dat hij haar ook in werkelijkheid heeft gedood.
In Caché wordt die verhouding tot televisie nog complexer. Zo leidt Georges op televisie een literaire praatshow met als setting een huiskamer. Georges kan alleen maar in een huiskamer zitten via de televisie, waar hij controle heeft over het beeld, dat hij kan stil zetten, en manipuleren. Wanneer zijn reputatie op het spel gaat staan, dreigt hij zijn show te verliezen. En daarmee ook zijn mogelijkheden om het ‘beeld’ dat van hem bestaat te manipuleren. Vanaf dat moment durft hij zijn vrienden in zijn eigen huiskamer niet meer te zien. Niet alleen zijn de vrienden vreemden geworden, maar ook zijn eigen huis is onveilig geworden, door zijn eigen aanwezigheid. Hij trekt zich terug in de slaapkamer, waar hij alleen maar kan dromen. Maar in zijn dromen is hij niet veilig, daar ziet hij alles dat hij uit zijn werkelijkheid probeert te bannen.
In Caché heeft Haneke een geweldig originele en perfecte manier gevonden om die relatie tussen televisie en werkelijkheid vorm te geven, al werd in Funny Games (1997) er al op vooruitgelopen. We zien niet alleen de anonieme surveillancevideo’s beeldvullend, die door Georges of Anne worden stilgezet voor nadere bestudering, ook de film zelf, wanneer het dagelijkse leven van de personages wordt getoond, wordt door Haneke regelmatig stilgezet, midden in de handeling. Waar Georges en Anne door de video worden gedwongen stil te staan bij hun eigen leven(sstijl), wordt nu de toeschouwer gedwongen de film en de werkelijkheid dieper te overdenken. Dit vormprincipe is niet alleen betekenisvol, het creëert ook schoonheid, er ontstaat een fascinerend ritme. Door alle nadruk op Hanekes wereldbeeld wordt vaak vergeten dat zijn fel realisme eigenlijk heel gestileerd is.
Een hele geruststelling
Na het hele oeuvre van Haneke te overzien, is er ook wel een geruststellende gedachte. Haneke is heel schematisch: de buitenlander deugt altijd, en de westerse autochtoon deugt niet. Dan blijkt dat de westerling geen slachtoffer zijn, maar daders die grof moeten boeten voor hun daden. De ware slachtoffers zijn de allochtonen, die niets met deze interne razernij van de westerse maatschappij te maken hebben, maar wel lijden onder het feit dat ze als veroorzaker worden gezien.
De toeschouwer die deze moraal doorziet, hoeft de films van Haneke niet zo beangstigend te vinden. Er is dan misschien geen eerlijke verdeling wie het geweld overkomt, er is wel een duidelijk betoog over wat moreel juist of onjuist is. Zodra het de toeschouwer duidelijk is geworden, ontstaat er een andere vraag tijdens het kijken: komen de personages in Hanekes films wel of niet tot zelfinzicht?
Gerwin van der Pol
Frankrijk/Oostenrijk/Duitsland/Italië 2005 regie: Michael Haneke scenario Michael Haneke camera Christian Berger montage Michael Hudecek, Nadine Muse geluid Jean-Paul Mugel production design Emmanuel de Chauvigny, Christoph Kanter productie Veit Heiduschka, Valerio De Paolis, Michael Weber distributie A-Film duur 117’ met Daniel Auteuil, Juliette Binoche, Maurice Bénichou, Annie Girardot, Lester Makedonsky, Walid Afkir
Dit artikel verscheen eerder als: ‘De Boemerang van geweld: Michael Haneke’s Caché’, Skrien nr. 1, februari 2006, blz. 18-21.